22-10-2020
Drie dingen die je moet weten over weerstand
Ik herinner me een vergadering van een maatschap chirurgen; ik stond op de agenda om een toelichting te geven over een op handen zijnde verandering in de digitale dossiervoering. Een van de chirurgen zat daar duidelijk niet op te wachten, onderbrak mijn verhaal, verhief zijn stem, maakte in een minutenlange monoloog met weinig subtiele bewoordingen duidelijk wat hij er van vond, stond op, beende de ruimte uit en gooide de deur achter zich dicht. Om een paar seconden later de deur weer te openen, zijn hoofd naar binnen te steken, zich tot mij te wenden en te zeggen: “Dat is natuurlijk niets persoonlijks”, en weer te vertrekken.
Uiteraard had ik het niet persoonlijk opgevat (er was anders ook wel het nodige aan te merken geweest op mijn beroepskeuze), maar het deed mij wel realiseren dat dit een heel wezenlijk uitgangspunt is. Weerstand is zelden persoonlijk. De weerstand is gericht tegen de verandering die je in gang wil zetten, of tegen de functie of rol die je hebt binnen een geheel, maar dat staat los van jou als persoon. En dat maakt het dan weer een stuk makkelijker om er van een afstandje naar te kijken en er, weliswaar alleen op het juiste moment, om te lachen.
Het is verleidelijk om te denken dat weerstand vanzelf wel weggaat als je er geen aandacht aan besteedt. Het is een beetje als de opstandige peuter krijsend in het gangpad van de supermarkt laten liggen en te doen alsof je stoïcijns doorgaat met boodschappen doen. Vroeg of laat zul je er toch aan moeten geloven en in de tussentijd is de situatie er meestal niet beter op geworden. Dus sturen mensen je e-mails vol hoofdletters; reageer er op, bij voorkeur constructief.
Naast actieve weerstand, de vorm waarbij mensen je boze e-mails sturen of tegen je schreeuwen, is er ook passieve weerstand. Dat zijn de mensen die met hun armen over elkaar zitten en niets zeggen. Daar heb je geen last van, zou je zeggen. Maar dat komt op termijn wel bij je terug. Het zijn namelijk de mensen die ‘ja’ zeggen, en uiteindelijk ‘nee’ doen. Ook, of juist, bij die groep loont het de moeite om ze actief te benaderen. Vraag wat ze er van vinden, lok ze uit hun tent en ga het gesprek aan.
Niet je eerste reflex waarschijnlijk, maar wel de beste. Weerstand is energie. De richting is wat verkeerd misschien, maar zonder energie kom je zeker nergens. Bovendien is weerstand, zeker het type actieve weerstand waarbij de CapsLock-toets komt kijken, een vorm van betrokkenheid. Iemand maakt zich ergens druk om, heeft hart voor de zaak. En dat is goed. Probeer weerstand te zien als een uitdaging, een kans en het begin van een dialoog. Pas op dat je niet zelf in de weerstand tegen de weerstand schiet: mensen die geconfronteerd worden met weerstand vertonen gek genoeg vaak hetzelfde gedrag als degene in de weerstand (armen over elkaar: “Ze willen ook nooit eens gewoon meewerken”). Draai dat om, omarm de kans die je krijgt, sta open voor kritiek, zet de schouders er onder en geef het goede voorbeeld.
Ik vind het in ieder geval prachtig. Zonder wrijving geen glans. Boze e-mails van saboterende secretaresses, muitende maatschappen of rellende raden van bestuur, mij kun je niet blijer maken. LEVE DE CAPS LOCK!
Jonas is partner bij Zorgverbeteraars. In de dagelijkse praktijk helpt hij zorginstellingen met het inzetten van ICT en data om primaire processen te ondersteunen en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Hij schreef een aantal boeken waaronder ‘Kwaliteit verbeteren in de zorg’.
Meer over Jonas Rubrech