05-02-2020
In mijn dagelijkse praktijk valt vaak de term consensus. Als in: “De ontwikkeling van het digitale Mamma-MDO stagneert omdat er geen consensus is bij de chirurgen”, of: “Een voorwaarde om verder te gaan is consensus tussen de internisten en de apotheek.” Blijkbaar is consensus heel belangrijk.
Al vraag ik mij af of er in diezelfde praktijk wel consensus is over de betekenis van het begrip zelf. In principe betekent het zoiets als ‘het met elkaar eens zijn’. Hoewel er ook het soort consensus bestaat waarbij men het erover eens is dat men het niet eens is, iets wat men in het Engels ‘agree to disagree’ noemt. Het soort consensus dat hieruit volgt is een conclusie waar dan wel weer iedereen het over eens is, met de kanttekening dat men het erover eens is dat men het op sommige punten niet eens is. (Dit is een goed moment om even koffie te halen…)
In de Christelijke traditie bedient men zich met regelmaat van het begrip ‘belijden’. Dit betekent zoveel als ‘laten zien dat het je ernst is’. Met andere woorden: niet alleen zeggen dat je het ermee eens bent, maar dit ook laten zien in je gedrag.
En daar zit wat mij betreft de crux wanneer het gaat om consensus in de praktijk. Vaak namelijk, wanneer men aangeeft dat er sprake is van consensus, bedoelt men dat het betreffende onderwerp ter sprake is geweest in een of andere vergadering en dat alle aanwezigen daarbij instemmend knikten. Nu is dit een belangrijke eerste stap, maar wie het hierbij laat kan net zo goed geen consensus hebben. Het is immers wat ik zou willen noemen: goedkope consensus. De stukken niet lezen en dan onderuitgezakt ja knikken is nou niet wat je noemt een investering die zal leiden tot commitment.
Of om het anders te illustreren: iedereen is het erover eens dat we meer moeten bewegen, maar als op maandagochtend de wekker gaat en we de keuze hebben om naar de sportschool te fietsen of je nog even lekker om te draaien, dan ziet de wereld er toch ineens heel anders uit.
Waar je naar op zoek bent is wat we dan maar dure consensus moeten noemen, al zou het voor mij ook gewoon echte consensus mogen heten. Dit is consensus waarbij ja knikken gekoppeld is aan een investering. Dat kan over geld gaan, maar ook over het inbrengen van kennis, van tijd, de toezegging om een ambassadeursrol te vervullen of de toezegging het te implementeren in de eigen praktijk zoals overeengekomen. Want hoe vaak zien we niet dat iedereen het eens is totdat de portemonnee moet worden getrokken of het implementatietraject van start gaat.
Dus noem het alsjeblieft geen consensus als er alleen maar ja is geknikt zonder dat hier consequenties aan verbonden zijn. Dan kun je beter nog even een spade dieper gaan om te zien of je kunt komen tot echte consensus. Dat bespaart je verderop in de tijd een hoop gedoe. Bovendien voorkom je zo dat het traject om tot consensus te komen, dat toch vaak al vrij traag verloopt, ook nog eens nergens toe leidt; behalve tot frustraties.
Jonas is partner bij Zorgverbeteraars. In de dagelijkse praktijk helpt hij zorginstellingen met het inzetten van ICT en data om primaire processen te ondersteunen en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Hij schreef een aantal boeken waaronder ‘Kwaliteit verbeteren in de zorg’.
Meer over Jonas RubrechIk mag het woord bij ons op kantoor eigenlijk niet gebruiken, informatierevolutie. Dat zal er alles mee te maken hebben …
Lees meerDoordat systemen niet altijd goed op elkaar aansluiten en gegevensuitwisseling vaak nog verre van optimaal is, gaat er veel kostbare …
Lees meer