12-02-2019
In deze rubriek lees je hoe er in een ziekenhuis in het buitenland gekeken wordt naar de ontwikkelingen rond EPD en data. Is het gras altijd groener aan de andere kant van de heuvels? Deze keer gaan we naar Minnesota en vragen daar aan Laura Madsen: Is the grass always greener?
In de Nederlandse gezondheidszorg hebben we talloze kwaliteitsregistraties, maar we worstelen met de inrichting van onze EPD’s. Het kost veel energie om iedereen te betrekken en om de ambiguïteit uit onze data te halen. In andere landen lijkt het vaak een stuk eenvoudiger, zo wordt in veel landen de gezondheidszorg centraal gecoördineerd en gefaciliteerd. Of lijkt het gras alleen maar groener en heeft ieder land zijn eigen problemen en uitdagingen bij het verbeteren van de gezondheidszorg? Wat kunnen we van elkaar leren?
“Ik werk in een non-profit kinderziekenhuis in Minnesota. We zijn het zevende ziekenhuis in de VS met iets meer dan 400 bedden. We hebben ruim 14.000 opnames, 24.000 operaties, 96.000 SEH-bezoeken, 446.000 polikliniekbezoeken en 8.000 huisbezoeken per jaar. Ik ben de Director of
Enterprise Analytics, dat betekent dat ik verantwoordelijk ben voor het data warehouse – we zijn een nieuwe aan het bouwen en hebben er eentje met historische data – ETL, data governance, scholing op het gebied van data en analytics en de ontwikkeling van dashboards en rapportages.”
“We hebben al twintig jaar een EPD, wat langer is dan de meeste ziekenhuizen. Echter, we hebben nog een lange weg te gaan als het gaat om volledige digitalisering. Een deel van de uitdaging is dat we meer dan één EPD-systeem hebben, wat volledige integratie ingewikkeld maakt.”
“Het volledig begrijpen van de implicaties verderop in het proces. Uiteraard is er veel aandacht voor het inhoudelijke zorgproces, maar zonder schone data zijn we vaak niet in staat om antwoord te geven op vragen die we hebben. Het is het
oude adagium: garbage in garbage out. De uitdaging is om mensen te helpen om de wisselwerking volledig te begrijpen.”
“We hebben mensen die zich exclusief bezig houden met wetgeving op staats- en federaal niveau. We hebben een aantal rollen die verantwoordelijk zijn voor administratieve processen, zoals onze bestuurders, en dan een aantal op
iedere afdeling die afstemmen met de bestuurders en die verantwoordelijk zijn voor een deel van de administratieve processen. Het is moeilijk om te zeggen hoeveel tijd hier in totaal aan besteed wordt, maar het gaat bij de genoemde
rollen om full time functies.”
“Standaarden worden niet breed gedeeld. We hebben een aantal afsprakenstelsels – procedures, ICD10, SNOMED, etc. – maar vaak verschillen de versies en het gebruik is sporadisch. Dat maakt echte interoperabiliteit ingewikkeld. We zijn in staat medische dossiers tussen zorginstellingen uit te wisselen, maar zelfs dat heeft de neiging sporadisch te gebeuren.”
“We zijn daar naar op weg. Data is waardevol maar ook moeilijk te verkrijgen. Het is lastig om snel genoeg te reageren en de juiste vragen te stellen. Er is altijd bezorgdheid over wat ‘correct’ is en hoe zaken gedefinieerd zijn. Data is vruchtbaar en waardevol in de gezondheidszorg, maar alleen als deze ten dienst staat van onze patiënten.”